100 Gespecialiseerde Termen en Uitdrukkingen Gebruikt in Filmproductie, Filmgebruik en Film Eigendomstesten
Belangrijke Termen Gebruikt in Filmproductie, Toepassing en Eigendomstesten
Ontdek Industrie-Specifieke Termen – Uitgebreid Uitgelegd in Onze Online Cursus
Plasticfolies worden in talloze industrieën gebruikt, van voedselverpakkingen tot hightech toepassingen. Het begrijpen van de belangrijkste technische parameters, materialen en productieprocessen is essentieel voor zowel fabrikanten, ingenieurs als gebruikers.
Hieronder vind je 100 gespecialiseerde termen en sleutelconcepten met betrekking tot productie, toepassing en testen van plastic folie. Elk van deze termen wordt in detail uitgelegd in onze Industry Glossary Online Course, waar je praktijkvoorbeelden zult zien door middel van foto's, video's en deskundige uitleg om je te helpen hun betekenis en praktische toepassingen volledig te begrijpen.
👉 Vind hier de volledige cursusbeschrijving en registratie link!
📌 1-30: Grondstoffen en Additieven Gebruikt in Filmproductie
- LDPE (Low-Density Polyethylene) – Een polyethyleen met lage dichtheid dat veel wordt gebruikt in de productie van folies.
- LLDPE (Linear Low-Density Polyethylene) – Een lineair polyethyleen met lage dichtheid dat betere sterkte en flexibiliteit biedt.
- HDPE (High-Density Polyethylene) – Een polyethyleen met hoge dichtheid, bekend om zijn stijfheid en barrière-eigenschappen.
- MDPE (Medium-Density Polyethylene) – Een polyethyleen met een gemiddelde dichtheid en goede taaiheid.
- PP (Polypropyleen) – Een polymeer dat wordt gebruikt voor het produceren van films met hoge hittebestendigheid.
- EVA (Ethyleen Vinyl Acetaat) – Een copolymeer dat flexibiliteit en slagvastheid verbetert.
- PA (Polyamide, Nylon) – Een sterke en duurzame polymeer die vaak wordt gebruikt in meerlaagse films.
- EVOH (Ethylene Vinyl Alcohol) – Een hoogbarrièrepolymeer voor gas- en zuurstofbescherming.
- Masterbatch – Een geconcentreerd mengsel van additieven of kleurstoffen in een polymeerdrager.
- Anti-blokkeermiddelen – Voorkomen dat filmlagen aan elkaar kleven.
- Slipmiddelen – Verminderen de oppervlaktewrijving om de verwerking van de film te verbeteren.
- Impactmodificatoren – Verbeteren de slagvastheid en taaiheid.
- UV-stabilisatoren – Bescherm films tegen degradatie door UV-straling.
- Antistatische middelen – Verminderen elektrostatische ladingen op het filmoppervlak.
- Anti-condens toevoegingen – Voorkomen condensatie van waterdamp op de film.
- Antimicrobiële middelen – Bieden bescherming tegen bacteriegroei.
- Biologisch afbreekbare additieven – Versnellen de afbraak van folies in het milieu.
- Regranulaat (Gerecycled hars) – Gerecycled plastic materiaal gebruikt in de productie van folie.
- Virgin resin – Niet-gerecycled, hoogwaardig grondstofmateriaal.
- Co-extrusie – De gelijktijdige extrusie van meerdere filmlagen.
- Vulstoffen – Additieven die de kosten verlagen en de eigenschappen van de film aanpassen.
- Organische peroxiden – Verbeter de mechanische eigenschappen van polymeren.
- Weekmakers – Verhogen de flexibiliteit en verwerkbaarheid van de film.
- Vlamvertragers – Verhogen de brandweerstand van de film.
- Polymeer mengsels – Mengsels van verschillende polymeertypen voor verbeterde prestaties.
- Verdikkingsmiddelen – Verhogen de viscositeit van gesmolten polymeer.
- Verwerkingshulpmiddelen – Verminder verwerkingsproblemen en verbeter de extrusie efficiëntie.
- Hechtingsbevorderaars – Verbeteren de hechtingssterkte tussen filmlagen.
- Optische witmakers – Verbeteren de transparantie en esthetiek van de film.
- Oppervlakte modificatoren – Verbeteren hydrofobiciteit, glans of printbaarheid.

📌 31-60: Filmproductieprocessen
31. Extruder – Een machine voor het verwerken van polymeermaterialen.
32. Extruder schroef – Het onderdeel dat verantwoordelijk is voor het smelten en mengen van het polymeer.
33. Kalibreren van het kanaal – Stabiliseert de afmetingen van de film tijdens de productie.
34. Extrusiematrijs – Vormt de polymeersmelt tot een buisvormige of vlakke film.
35. Film bubble – De opgeblazen filmkoker tijdens het blaasproces van folie-extrusie.
36. Luchtring – Koelt en stabiliseert de filmbel.
37. Stabiliteit van de bel – Sleutel tot het bereiken van een uniforme filmdikte en kwaliteit.
38. Extrusiedruk – Regelt de stroom van gesmolten polymeer.
39. Smelttemperatuur – De temperatuur van het polymeer tijdens de extrusie.
40. Schroefsnelheid – Bepaalt de uitvoersnelheid van de extruder.
41. Schermwisselaar – Filtert verontreinigingen uit het gesmolten polymeer.
42. Verwarmingszone – Verwarmt het polymeer in de extruderloop.
43. Spankracht – Zorgt voor een goede filmopwikkeling.
44. Filmopwikkeling – Het proces van het oprollen van de film op kernen.
45. Wikkelstation – De machine die wordt gebruikt voor het wikkelen van film.
46. Mono-/Multilaag film – Enkelvoudige of meerlaagse filmstructuren.
47. Blown folie-extrusie – Het proces van het produceren van films in buisvorm.
48. Gegoten film – Film geproduceerd met behulp van de gietmethode.
49. Barrière co-extrusie – Co-extrusietechniek om hoogbarrièrefolies te produceren.
50. Filmoriëntatie – Proces om de sterkte van de film in verschillende richtingen te verbeteren.
51. BOPP (Biaxially Oriented Polypropylene) – Een film die in beide richtingen is uitgerekt voor sterkte.
52. CPP (Cast Polypropylene Film) – Een niet-georiënteerde polypropyleenfilm.
53. Gelamineerde film – Een meerlagige structuur die aan elkaar is gebonden.
54. Blow molding – Een proces voor het maken van holle plastic containers.
55. Filmrekken – Verbetert de mechanische eigenschappen van de film.
56. Smeltkoeling – Regelt de stolling van het polymeer.
57. MD/TD Oriëntatie – Machine-/Transversale richting rekken van film.
58. Perforatie – Het maken van gaten in films voor betere ventilatie.
59. Schuifweerstand – Weerstand tegen vervorming onder schuifkrachten.
60. Blokkerend effect – Wanneer filmlagen aan elkaar kleven.

📌 61-100: Film eigenschappen, testen en toepassingen
61. Filmdikte – Beïnvloedt mechanische en optische eigenschappen.
62. Transparantie – Bepaalt hoeveel licht door de film gaat.
63. Haze – Het niveau van lichtverstrooiing in de film.
64. Wrijvingscoëfficiënt (COF) – Meet de gemakkelijke beweging tussen filmlagen.
65. Treksterkte – Het vermogen van de film om trekkrachten te weerstaan.
66. Perforatieweerstand – De weerstand van de film tegen scherpe voorwerpen.
67. Zuurstofbarrière – Voorkomt dat zuurstof doordringt.
68. Vochtbarrière – Beperkt de overdracht van waterdamp.
69. Gasdoorlaatbaarheid – Het vermogen van gassen om door de film te dringen.
70. Krimp – Vermindering van de filmafmetingen bij verhitting.
71. Sealsterkte – De duurzaamheid van hitteverzegelde gebieden.
72. Slijtvastheid – Bescherming tegen oppervlakte slijtage.
73. Flexibiliteit – Het vermogen van de film om te buigen zonder te breken.
74. Waterbestendigheid – Voorkomt opname van water.
75. Thermische stabiliteit – Vermogen om hoge temperaturen te weerstaan.
76. Printbaarheid – Hoe goed de film gedrukte afbeeldingen vasthoudt.
77. Vetbestendigheid – Beschermt tegen oliën en vetten.
78. Warmteverzegelbaarheid – Vermogen om onder warmte te hechten.
79. Oppervlaktespanning – Beïnvloedt de hechting en de printkwaliteit.
80. Smeltstroomindex (MFI – Melt Flow Index) – Een maat voor de viscositeit van polymeren.
81. Dichtheid – Massa per volume-eenheid van de film.
82. Vochtgehalte van de grondstof – Overtollig vocht kan defecten veroorzaken.
83. Scheurweerstand – Vermogen om scheurvoortplanting te weerstaan.
84. Impactbestendigheid – Sterkte tegen plotselinge krachten.
85. Elasticiteitsmodulus (Young's modulus) – Meet de stijfheid.
86. Interlaaghechtingssterkte – Cruciaal voor meerlaagse films.
87. Kristallisatie temperatuur (Tc) – Temperatuur waarbij het polymeer stolt.
88. Mate van kristalliniteit – Verhouding van kristallijn tot amorf polymeer.
89. Thermische uitzettingscoëfficiënt – Meet de dimensionale verandering bij warmte.
90. Stressscheurbestendigheid – Weerstand tegen langdurige mechanische spanning.
91. Vormgeheugeneffect – Sommige krimpfolies keren terug naar hun oorspronkelijke vorm wanneer ze worden verwarmd.
92. UV-bestendigheid – Weerstand tegen afbraak door zonlicht.
93. Microperforatie – Kleine gaatjes voor ventilatie.
94. Antislipoppervlak – Verbetert grip en stabiliteit.
95. Chemische bestendigheid – Tolerantie voor contact met chemicaliën.
96. Glansniveau – Bepaalt de reflectiviteit van het oppervlak.
97. Geelbestendigheid – Behoudt helderheid in de loop der tijd.
98. Optische eigenschappen – Combinatie van waas, glans en helderheid.
99. Snijgemak – Het vermogen om schoon gesneden te worden.
100. Laterale treksterkte – Sterkte in verschillende richtingen.
👉 Al deze onderwerpen worden uitgebreid behandeld in onze cursus. Schrijf je vandaag nog in!
✅ Tijdens de training zullen elk van de volgende termen grondig worden uitgelegd, zowel theoretisch als praktisch. De deelnemers zullen voorbeelden zien via afbeeldingen, video's en animaties, en gedetailleerde uitleg horen van de instructeur. Dit zorgt ervoor dat zelfs complexe technische termen begrijpelijk en gemakkelijk toepasbaar worden in het dagelijkse werk.
👉 Volledige cursusdetails en registratielink zijn hier beschikbaar! PLASTIC FILM CURSUSSEN
👉 Bekijk ook onze cursussen over PLASTICS RECYCLING! ♻️
